Integratie van ICT in het onderwijs wordt steeds belangrijker in de lessen en in de leerplannen. Een laptop inzetten in de lessen is dus een logische stap. De troeven van laptops in de klas zijn bekend. Leren met behulp van laptops biedt flexibiliteit: studenten kunnen overal en altijd aan de slag met de leerstof (op school en thuis), kunnen zelfstandiger werken, zelf informatie opzoeken, technische software gebruiken, multimedia-inhoud gebruiken, enz.
Op Gitok bovenbouw kopen alle leerlingen dezelfde laptop aan via de school. Dit kan door middel van een huurkoopcontract of een rechtstreekse aankoop. Op de laptops is full-service en garantie inbegrepen door Signpost, onze externe partner!
Meer informatie vindt u in het schoolreglement onder punt “4.1. Laptopproject”. We leggen u daar meer uit over de visie op ICT, de financiële afhandeling, service, garantie, het beëindigen van het contract en het laptopreglement.
Voor de actuele prijzen verwijzen we naar bovenstaande webshops.
Alle nodige software is inbegrepen: zowel Windows 10 als Office 365, freeware zoals Adobe PDF Reader, Geogebra, 7-zip en VLC media-player, maar uiteraard ook technische software zoals AutoCad, Inventor, Sketchup, Arduino, enz.
Voordelen die wij trachten na te streven:
Daarnaast willen wij met behulp van het laptopproject onze leerlingen extra competenties meegeven, die als essentiële vaardigheden voor de 21ste eeuw gelden:
We verwijzen daarom ook graag naar de publicatie “Sleutelcompetenties voor een leven lang leren – Een Europees Referentiekader”. Dit is een aanbeveling van het Europees Parlement over de sleutelcompetenties die jongeren en volwassenen moeten verkrijgen om hen in staat te stellen om levenslang de nodige vaardigheden en competenties te blijven ontwikkelen. De 4de sleutelcompetentie is de digitale competentie. De vaardigheden omvatten: het vermogen om informatie te zoeken, te verzamelen en te verwerken en deze op kritische en stelselmatige wijze te gebruiken, de relevantie ervan te beoordelen en onderscheid te maken tussen reëel en virtueel met in achtneming van de onderlinge verbanden. Men moet in staat zijn hulpmiddelen te gebruiken om complexe informatie te produceren, te presenteren en te begrijpen, en toegang te krijgen tot internetdiensten, daarnaar te zoeken en die te gebruiken; men moet ook in staat zijn technologieën van de informatiemaatschappij te gebruiken als hulp bij kritisch denken, creativiteit en innovatie.